In het Financieel Dagblad van zaterdag 20 april jl. las ik een interessant artikel dat mij heeft geïnspireerd om dit artikel te schrijven. In het artikel “Gedoe tussen generaties helpt ons niet vooruit“ gaat de heer Pieter Hazekamp, directeur van het CPB nader in op de diverse discussies die er spelen in Nederland tussen de verschillende generaties en trekt hij de terechte conclusie dat het plaatsen van generaties tegenover elkaar niet leidt tot oplossingen.
In dit artikel wil ik mij met name beperken tot huidige discussies die spelen tussen generaties bij het ontwerp en de financiering van de nieuwe pensioenregeling onder het nieuwe pensioenstelsel. Daarbij kan gedacht worden aan diverse keuzes van sociale partners, zoals bijvoorbeeld de omvang van compensatie, de doelen en hoogte van de solidariteitsreserve, het al dan niet toekennen van (inhaal)indexaties en de wijze van financiering van deze elementen in de transitiefase. En ook de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het hoorrecht. In het vervolg van dit artikel ga ik hierop nader in.
Generatiedenken van alle tijden
Generatiedenken is actueel en bestaat al heel lang. Ik (generatie X geboren tussen 1965-1980) kan mij herinneren dat er in de jaren 80 / begin jaren 90 de werkloosheid op de arbeidsmarkt dusdanig was dat gesproken werd over een verloren generatie. Ik heb ook meegemaakt hoe de sociale zekerheid in Nederland de afgelopen tijd is ingeperkt, de VUT is afgeschaft en de AOW-leeftijd fors is verhoogd.
De huidige generatie die net op de arbeidsmarkt komt heeft over het algemeen de banen voor het uitkiezen, kan gemakkelijk gebruik maken van smartphones en internet en gemakkelijk over de gehele wereld vliegen, maar hebben daarentegen veel moeite om een eigen huis te kopen, ook al zijn het soms tweeverdieners.
Ik ben het daarom van harte eens met de heer Hazekamp dat wij voorzichtig moeten zijn met het maken van generalisaties over generaties, zeker bij de grote maatschappelijke vraagstukken waar wij voor staan zoals de verdeling van de pensioenpotten in Nederland, via het zogenoemde invaren.
Generaties tegenover elkaar
Wat wij vooral niet moeten doen in de pensioendiscussie (en daar lijkt het nu soms wel op) is om generaties tegenover elkaar te plaatsen. Zeker bij de aanpassing/hervorming van ons pensioenstelsel en bij het invaarvraag. Denk bijvoorbeeld aan de discussie over de (financiering van de) compensatie, waarom financieren hiervan uit de dekkingsgraad en waarom vanaf, bijvoorbeeld, 40 jaar en niet eerder? Door juist de focus te hebben op de tegenstellingen en generaties tegenover elkaar te plaatsen verhardt de discussie onnodig. Door meer te werken vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid, meer begrip te hebben voor elkaars standpunten (in dialoog blijven met elkaar) en inzicht in de diverse transitie-effecten (onderbouwing voor en tegen) is het mijn overtuiging dat er betere gezamenlijke oplossingen te vinden zijn. En een breed gedragen overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.
Mijn ervaring heeft geleerd dat er altijd generaties zijn die in meer of mindere mate beter of slechter af zijn bij hervormingen en bij de veranderingen of aanpassingen van ons pensioenstelsel zal dit niet anders zijn. De vraag is daarbij: hoe houden wij de lange termijn effecten van huidige en toekomstige generaties voor ogen en hoe vertellen wij het eerlijke verhaal. Alle huidige generaties moeten hun verantwoordelijkheid nemen en zorgen dat er een pensioenstelsel komt dat ook voor toekomstige generaties evenwichtig is.
Conclusie: sociale partners en bestuur neem uw verantwoordelijkheid
Polarisatie in de discussie bij de hervorming van ons pensioenstelsel gaat niet leiden tot structurele oplossingen voor de grote pensioenvraagstukken waar mij momenteel voor staan. Alleen als wij gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen voor de huidige en toekomstige generaties en daadwerkelijk de overtuiging hebben bij de hervorming van het pensioenstelsel dat elke volgende generatie het (in meer of mindere mate) beter heeft dan de vorige kunnen we werken aan een evenwichtige en succesvolle transitie.
Beste bestuurder en verantwoordelijke sociale partners, hoe bewust bent u bezig met de generatie- effecten bij beleidskeuzes om de vragen: is de transitie evenwichtig voor alle groepen en hoe optimaal zijn deze beleidskeuzes? Inzicht in effecten voor verschillende groepen op de korte en lange termijn (via netto profijt en pensioenresultaten), oog voor de onzekerheden bij verschillende (relevante) scenario’s en de uiteraard samenhang hiervan kunnen helpen.
U kunt beginnen met de juiste vragen te stellen over de generatie-effecten en daar transparant en eerlijk over te zijn naar elkaar. Elkaar serieus nemen, bijvoorbeeld bij het hoorrecht: een degelijke onderbouwing moet kunnen leiden tot een wijziging van een transitieplan in geval van (toch) gebleken onevenwichtigheid, tijdig informeren en in dialoog blijven met relevante stakeholders dragen bij om een beter draagvlak voor vertrouwen te creëren om uiteindelijk hier zorgvuldig over te communiceren. De dialoog kan concreet plaatsvinden aan de hand van een normenkader waar alle stakeholders het over eens zijn. Bestuur, sociale partners, deelnemers, slapers en gepensioneerden kunnen hiermee op basis van een vooraf gekozen gemeenschappelijk normenkader (met heldere criteria) komen tot een evenwichtig besluit dat zorgvuldig en afgewogen is.
Explore more tags from this article
Over de Auteurs
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.