Op dit moment buigt de Tweede Kamer zich over het wetsvoorstel voor het nieuw pensioenstelsel (Wet toekomst pensioen, WTP). Hierbij is veel aandacht voor de inhoud van de regeling, zodanig dat de Tweede Kamer de wet zelfs artikel voor artikel gaat behandelen. Daarnaast wordt er momenteel veel door pensioendeskundigen geschreven over de nieuwe wet. En zoals deskundigen betaamt, variëren de meningen van ‘goed, forse verbetering, absoluut doen’ tot ‘slecht doordacht, minimaal terug naar de tekentafel’. In veel van deze gevallen gaat het over de inhoud van de pensioenregelingen en over hoe het uitpakt voor (individuele) deelnemers.
Aan het debat wil ik daar een macro risicomanagement beeld aan toevoegen. En alvast de conclusie aangevend: het doorgaan van de nieuwe wet is erg belangrijk.
Macro-economisch gezien is het hebben van een pensioenregeling in Nederland erg belangrijk. Belangrijke (macro) risico’s worden hiermee gemitigeerd. Deze zijn onder andere:
- Te weinig inkomen voor mensen nadat zij vanwege hun leeftijd niet meer deelnemen aan het arbeidsproces, dan wel de onzekerheid of dat inkomen te weinig zou kunnen zijn.
- Het hebben van onvoldoende vermogen om te investeren in economische activiteit.
- Pensioeninkomen dat de inflatie niet of onvoldoende bijhoudt met het risico van te weinig inkomen en de onzekerheid hierover.
- Maatschappelijke betrokkenheid bij de pensioenregeling.
Ad 1 en ad 2 Het risico van te weinig inkomen en onvoldoende vermogen
In het huidige stelsel is er gelukkig een behoorlijk percentage mensen dat deelneemt aan een pensioenregeling. Maar door de (wellicht doorgeschoten) flexibilisering van de arbeidsmarkt is er toch een behoorlijke ‘witte vlek’ ontstaan. Er zijn bijvoorbeeld circa 1.000.000 zzp-ers die voor het overgrote deel maar zeer beperkt of geen pensioen opbouwen. Daarnaast zijn er ook andere sectoren waarin geen verplichte pensioenregeling geldt en waar ondernemingen weinig initiatieven tonen om een pensioenregeling op te zetten (ondanks het fiscale voordeel en arbeidsvoorwaardenoverleg). Hier bestaat dus het risico van te weinig pensioen waardoor een mogelijk tekort aan inkomen later door de overheid (en dus door alle belastingbetalers) wordt aangevuld.
Dit is bijvoorbeeld op te lossen door een algehele pensioenplicht in te stellen. De beschikbare premieregeling waar (continu) wisselende premies eenvoudig gestort kunnen worden is een hierbij passende mogelijkheid. In een defined benefit-regeling is dit echter nagenoeg onmogelijk. Door verplicht over te gaan naar beschikbare premieregelingen voor pensioenfondsen met actieve opbouw neemt het potentieel aan mogelijke pensioenuitvoerders voor mensen zonder (huidige) pensioenregeling dus enorm toe.
Door een algehele pensioenplicht in te stellen (bijvoorbeeld minimaal 12% van het verdiende inkomen per uur gemaximeerd op een inkomen van bijvoorbeeld € 114.000 per jaar) in samenhang met een minimum uurvergoeding voor ZZP-ers gebeuren er twee dingen:
- Het risico van te weinig inkomen na beëindigen van het werkzame leven neemt af. Het hebben van eigen pensioeninkomen is goed voor gevoelde financiële onafhankelijkheid en vergroot het gevoel van eigenwaarde. Bovendien kan, door het gerust zijn over pensioen later, ook nu meer worden geconsumeerd. Dit is gunstig voor de economie nu.
- Er is meer vermogen beschikbaar voor investeren in economische activiteit, wat ook gunstig is voor de economie proces nu en straks.
Ad 3 Onvoldoende maatschappelijke betrokkenheid
Het huidige defined benefit systeem wordt door de deelnemers, ‘het maatschappelijk verkeer’, als moeilijk, ondoorzichtig en afstandelijk ervaren. Dat is niet passend meer voor zo’n belangrijk regeling van onze maatschappij. Huidige en toekomstige generaties zijn anders dan die uit het verleden, toen pensioenregelingen als sociale instellingen zijn opgericht. Deze generaties vragen meer handelingsperspectief. Wellicht niet altijd om direct te gebruiken, maar wel als belangrijk feature. Een goede default blijft voor het overgrote deel van de deelnemers van groot belang.
Handelingsperspectief kan onder andere gevonden worden in bijvoorbeeld bijsparen en keuzes beleggingen. Dit is in een beschikbare premieregeling veel gemakkelijker te regelen dan in een defined benefitregeling.
De nu voorstelde beschikbare premieregelingen kennen nog weinig mogelijkheden tot directe beïnvloeding door deelnemers, maar zijn al wel veel transparanter dan de bestaande defined-benefitregelingen. Een noodzakelijke eerste stap, liever eerder dan later te nemen.
Ad 4 Inflatierisico
Het bezwaar van het huidige defined benefit stelsel is dat het te zeer gericht is op het nominale pensioen en minder op het reële pensioen. Beleggings-technisch wordt met één hand op de rug gevochten. Het nieuwe stelsel laat het nominale karakter juist los en geeft meer ruime om reëel te beleggen. Hierdoor is het nieuwe stelsel robuuster in inflatoire én in dalende renteomgevingen en dus meer geschikt van de lange termijn en in meer economische omgevingen. De deskundigheid, de (ALM en beleggings-) technieken en de zorgvuldige besluitvormingstechnieken zijn aanwezig bij pensioenfondsen en hun adviseurs, verzekeraars en PPI’s om hiermee om te gaan.
Tot slot
Ik lees over de zorgen over de uitkomsten van het nieuwe pensioenstelsel ten opzichte van het huidige defined benefit systeem. De vraag is of dat terecht is. Immers, de nieuwe pensioenregelingen verschillen nog maar beperkt van de huidige defined benefitregeling. In een eerdere column schreef ik al over het belang van ambitie. Ik bedoel daarmee dat de driehoek: premie, risico en ambitie bewust wordt ingevuld en in evenwicht moet zijn. Ambitie is daarmee de ‘oude’ aanspraak. Wellicht iets volatieler, maar wel beter ingericht op de nieuwe (inflatoire) tijden.
Overgang op korte termijn is van groot belang voor het beheersen van vooral de macro risico’s zoals hierboven betoogd. Laten we door de bomen het bos blijven zien!
Explore more tags from this article
Over de Auteurs
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.