Skip to main content
Article

De veranderde rol van de certificerend actuaris: van rekenmeester tot strategisch geweten

18 November 2025

De certificerend actuaris (CA) was lange tijd vooral de stille kracht achter de cijfers. Degene die met actuariële precisie toetste of de verplichtingen van een pensioenfonds gedekt waren, of de actuariële grondslagen klopten en of de premie voldoende was om de beloofde pensioenen te kunnen waarmaken. Maar de wereld van pensioenen is ingrijpend veranderd. En daarmee is ook de rol van de CA fundamenteel aan het verschuiven: van technisch specialist naar strategisch partner en integrale risicodenker, zowel tijdens als na de transitieperiode.

Met mijn jarenlange ervaring als CA werd ik van de zomer gevraagd om het vak certificering te doceren aan de Actuarial Practice Cycle (APC) en wel voor de postmasterstudenten actuariaat van de Universiteit van Amsterdam. De inspiratie voor dit artikel is mede daardoor ontstaan.

Van zekerheid naar dynamiek

Tot enkele jaren geleden was de pensioenwereld er een van relatieve rust en voorspelbaarheid. De regels waren duidelijk, het stelsel gebaseerd op solidariteit, en de actuariële functie grotendeels gericht op naleving en controle. De CA keek terug: zijn de berekeningen juist, klopt de dekkingsgraad, is het fonds financieel gezond en voldoet het beleid aan wet- en regelgeving?

Met de komst van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) is dat landschap volledig veranderd. Het nieuwe stelsel draait minder om zekerheden en meer om het mee-ademen van pensioenen met de economie. Rendementen, risico’s, verwachtingen en communicatie staan centraal. Dat vraagt om een ander soort zekerheid – niet meer gebaseerd op vaste beloften, maar op transparante methoden, uitlegbaarheid en robuuste risicobeheersing.

In dat nieuwe speelveld is de CA niet langer slechts de controleur van de cijfers, maar een cruciale schakel in de governance van het pensioenfonds. De rol is in mijn ogen strategischer, zichtbaarder en maatschappelijk relevanter geworden.

Dit onderscheidt de CA nadrukkelijk van de actuarieel functiehouder (AFH), indien gescheiden in persoon, die veelal als een soort ‘interne’ toezichthouder wordt gezien en meer gericht is op het monitoren van de actuariële processen en opinies geeft aan het bestuur over de consistentie en juistheid van actuariële uitgangspunten en berekeningen binnen het pensioenfonds. Waar de AFH vooral tussentijds opinies geeft en het bestuur ondersteunt, staat de CA momenteel als onafhankelijke externe deskundige borg voor het toetsen van beleid en berekeningen (vaak eenmaal) achteraf, en de actuariële certificering richting toezichthouders en stakeholders.

Van achter de schermen naar aan tafel

Bestuurders hebben in de transitiefase zowel de AFH als het vak certificering te de CA nodig. Aan de ene kant ondersteunt de AFH bij het opiniëren over de vertaalslag van modeluitkomsten naar bestuurlijke keuzes in een van de nieuwe contracten onder Wtp. De CA zal in ieder geval een controle doen op de uitkomsten na het invaarmoment, zodat deelnemers vertrouwen hebben in de uitkomsten bij de start in het nieuwe contract. Zo wordt de CA niet alleen degene die achteraf beoordeelt, maar ook vóór de overgang naar Wtp als sparringpartner én onafhankelijke controleur betrokken is bij de uitvoerbaarheid van het bestuurdersmandaat (ook controle tussentijds in overleg met de AFH, als deze gescheiden is in persoon).

De veranderde context vraagt dat de CA nadrukkelijker en eerder aan tafel zit bij beleid en besluitvorming. Waar de actuaris vroeger vaak pas aan het einde van een proces werd geraadpleegd – “kun je dit even narekenen?” – wordt nu verwacht dat hij of zij vanaf het begin meedenkt over scenario’s, risico’s en effecten. Besturen hebben meer behoefte aan duiding, niet alleen aan cijfers. Wat betekent een wijziging in de rente of levensverwachting voor de indexatieverwachting? Hoe robuust is het beleggingsbeleid onder verschillende economische scenario’s? Kan de ambitie nog worden waargemaakt? Hoe communiceer je onzekerheid richting deelnemers zonder het vertrouwen te verliezen?

De CA heeft hier een unieke positie: onafhankelijk, deskundig en in staat om complexe materie te vertalen naar evenwichtige beleidsadviezen. En onderscheidt zich van de rol van de AFH, die juist veelal vanuit de interne organisatie een brug slaat tussen de actuariële discipline en het dagelijkse beleid, maar niet de externe waarborgfunctie heeft die de CA kenmerkt. De “rekenmeester” ontwikkelt zich tot strategisch geweten van het pensioenfonds.

Nieuwe verantwoordelijkheden in een nieuw stelsel: bij de start en daarna

Onder de Wtp verandert ook de inhoud van de certificerende taak. Waar de focus vroeger lag op het certificeren van bijvoorbeeld de technische voorzieningen en de premie, ligt de nadruk nu op het beoordelen van implementatieplannen, invaarberekeningen, projectiemethoden en allocatie van behaalde resultaten en afspraken rondom voorzieningen en reserves. De CA moet beoordelen of:

  • de overdracht van bestaande aanspraken naar het nieuwe contract juist en evenwichtig plaatsvindt;
  • de berekeningen en aannames in het implementatieplan juist en consistent zijn verwerkt;
  • allocatie van behaalde beleggings- en sterfteresultaten juist is verwerkt;
  • de gehanteerde projectiemethodiek en behaalde overrente aansluiten bij de financiële werkelijkheid en de risicohouding van het pensioenfonds;
  • de afspraken aangaande vul- en uitdeelregels juist zijn uitgevoerd.

Dat vraagt niet alleen om actuariële precisie, maar ook om inzicht in governance, gedrag en communicatie met stakeholders. De CA wordt daarmee een belangrijke waarborg voor vertrouwen in de overgang naar en de uitvoering in het nieuwe stelsel. De AFH bewaakt hierbij vooral de interne consistentie en de aansluiting van het beleid op de actuariële uitgangspunten, terwijl de CA de externe en onafhankelijke validatie verzorgt.

Onafhankelijkheid onder druk

Met die toegenomen zichtbaarheid groeit ook de spanning tussen aanbevelingen c.q. opinies en onafhankelijkheid. De CA werkt vaak intensief samen met het bestuur en de actuarieel adviseur, maar moet tegelijkertijd een onafhankelijke oordeelsvorming behouden. Dat is soms balanceren: meedenken zonder mee te sturen, signaleren zonder over te nemen, kritisch blijven zonder de relatie te schaden.

De verwachting is dat de verschillen in werkzaamheden die de CA en AFH – los van het timingsaspect – verrichten na de transitie steeds kleiner zullen worden. De CA zal tussentijds veel meer werkzaamheden moeten verrichten zoals periodieke controles van de allocatie van beleggings- en sterfteresultaten en controle van de afspraken rondom reserves. Hierdoor komt de CA net als de AFH dichter tegen het bestuur aan te staan en daardoor meer betrokken is bij de controle van de uitvoering van het beleid tijdens en na de transitie. De professionaliteit en integriteit van de CA worden hierdoor steeds belangrijker. Onafhankelijkheid is niet alleen een formele eis, maar een dagelijkse praktijk van heldere grenzen, transparantie en professioneel zelfvertrouwen.

Van technische kennis naar brede competenties

Het vak van CA vraagt vandaag de dag meer dan alleen technische bekwaamheid. Natuurlijk blijft wiskundige precisie de kern. Maar de context waarin die kennis wordt toegepast, is breder en complexer. De moderne CA onderscheidt zich door:

  • Oordeelsvermogen: zelfstandig en evenwichtig kunnen oordelen in situaties met grote onzekerheid.
  • Strategisch inzicht: kunnen overzien hoe actuariële keuzes doorwerken in ambitie, beleid, rendement, premie en risico.
  • Communicatieve vaardigheid: controle complexe berekeningen vertalen naar begrijpelijke taal voor bestuurders en deelnemers.
  • Samenwerkingsgerichtheid: effectief opereren binnen de governance-structuur, samen met risicomanagement, compliance en bestuur.
  • Toekomstgerichtheid: signaleren van trends – demografisch, economisch en maatschappelijk – en de gevolgen daarvan voor de financiële positie van het fonds.

De CA van de toekomst is dus niet alleen een deskundige in cijfers, maar ook een bruggenbouwer tussen techniek, beleid en vertrouwen. De AFH heeft hier een complementaire rol door vanuit het pensioenfonds te zorgen voor een consistent en adequaat beleidsproces, maar het is de CA die extern het vertrouwen borgt.

Een nieuwe balans tussen zekerheid en vertrouwen

Uiteindelijk draait de veranderde rol van de CA om één kernwoord: vertrouwen. In een stelsel dat beweeglijker en individueler wordt, moeten deelnemers erop kunnen vertrouwen dat de regels eerlijk zijn, de berekeningen kloppen en de risico’s evenwichtig verdeeld worden. De CA is daarmee niet meer alleen een controlerende instantie, maar een hoeder van het maatschappelijke (pensioen)contract dat pensioenfondsen met hun deelnemers hebben. In die zin is de evolutie van het vak ook een weerspiegeling van de evolutie van het pensioenstelsel zelf: minder op zekerheden, meer op transparantie en vertrouwen.

Slotgedachte

De veranderde rol van de CA vraagt om vakmensen die verder kijken dan de spreadsheet. Professionals die niet allen (be)rekenen, maar ook begrijpen. Die de taal van bestuur, politiek en samenleving spreken – en die de brug vormen tussen getal, gevoel en vertrouwen. De “rekenmeester” van gisteren is de gewetensstem van vandaag. En in een tijd waarin het pensioenstelsel zelf in transitie is, is dat misschien wel de meest waardevolle zekerheid die we kunnen hebben, niet alleen tijdens de transitie maar ook daarna zullen andere competenties worden gevraagd van de CA.


Rajish Sagoenie

Amsterdam Employee Benefits | Tel: 31 6 52567616

Contact us