Houden Nederlandse verzekeraars het hoofd boven water?
Hoe verzekerbaarheid wordt bepaald door klimaatverandering en portefeuillespreiding
Overstromingen als gevolg van het falen van niet-primaire waterkeringen zijn nu gedekt, overeenkomstig ook de adviezen van het Verbond van Verzekeraars in hun rapport uit 2018.1 Daarnaast onderzoekt het Verbond van Verzekeraars in nauwe samenwerking met de Nederlandse overheid of en op welke manier schade door overstromingen als gevolg van het falen van primaire waterkeringen eveneens verzekerd kan worden.2 Dit met als voornaamste doel het adequaat en snel kunnen afhandelen van schades door overstroming.
Dit artikel presenteert allereerst een analyse van de omvang van mogelijke schade als gevolg van overstromingen van rivieren in Nederland. Specifiek gaat het hierbij om schade aan huizen van particulieren, die gedekt kan worden door een opstalverzekering. De analyse geeft bovendien de potentiële impact van verschillende scenario’s van klimaatverandering weer, en in hoeverre spreiding van de portefeuille over het land het verzekerde risico beïnvloedt.
Vervolgens plaatsen we bovengenoemde analyse in het grotere geheel voor verzekeraars. Waar moet een verzekeraar zich bewust van zijn en op welk vlak kunnen voorbereidingen worden getroffen?
Hoewel dit artikel zich richt op de impact van overstromingsrisico op verzekeraars, kunnen de inzichten vanuit deze analyses ook gebruikt worden door banken, (lokale) overheden en andere organisaties die direct of indirect blootgesteld zijn aan overstromingsrisico in Nederland.
Overstromingsrisico aan de hand van modelportefeuilles
In onderstaande analyse maken we gebruik van de analyse in het eerder gepubliceerde Milliman rapport3 met betrekking tot overstromingsrisico binnen Europa. Allereerst beschrijven we beknopt de achterliggende methodiek voor het inschatten van het risico, waarna we inzoomen op de Nederlandse kaart om inzichtelijk te maken waar de risico’s zich bevinden. Vervolgens combineren we deze inzichten in een analyse naar procentuele verliezen in verschillende modelportefeuilles voor particuliere opstalverzekeringen.
Methodiek
Voor de analyse gebruiken we gegevens die gegenereerd zijn binnen het Inter-Sectoral Impact Model Intercomparison Project (ISIMIP).4 Deze gegevens omvatten allereerst drie verschillende Representative Concentration Pathways (RCP)-scenario’s uit het vijfde Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) rapport5 , welke verschillende ambitieniveaus van concentratie van broeikasgassen weergeven. Deze scenario’s worden vervolgens gebruikt door verschillende Global Climate Models (GCMs) die de CO2-uitstoot vertalen naar klimaatvariabelen zoals neerslag en smeltwater. Via Global Hydrological Models (GHMs) leiden deze klimaatvariabelen tot hoeveelheden stroming in de verschillende rivieren, wat bij grote hoeveelheden kan leiden tot overstromingen. De maximale overstromingsdieptes per jaar zijn beschikbaar6 op een resolutie van ca. 13 km2 en zijn voor dit onderzoek opgeschaald naar een resolutie van 100 m2. Door aan deze kaarten diverse modelportefeuilles van verzekerde adressen toe te voegen, verkrijgen we een beeld van het risico. Door herbouwwaardes en ‘depth damage functions’ toe te passen op de overstromingsdiepte kunnen we dit tevens meten in euro’s.
Merk op dat overstromingen vanuit zee of als direct gevolg van lokale extreme regenval (“flash floods”) in dit onderzoek niet terugkomen. Hoewel de verwachting is dat de impact van overstromingen van rivieren in Nederland het grootst is over de onderzoekshorizon (2024-2060), zijn dit ook relevante bronnen voor een complete beschouwing van overstromingsrisico. Verder gebruiken we in dit artikel slechts één GCM, en middelen we de uitkomsten over de GHMs.
Voor meer achtergrond bij de methodiek, zie het achterliggende Milliman rapport ‘Flood risk modelling in Europe.7
Op de kaart
Figuur 1 toont de locatie van primaire en secundaire waterwegen in Nederland. Deze figuur laat zien dat in ‘Nederland waterland’ de waterwegen verspreid zijn over grote delen van het land. Dit geldt ook voor de Randstad, waarin de meeste particuliere adressen gelokaliseerd zijn. Het is hiermee duidelijk dat een overstroming van een rivier in Nederland potentieel grote gevolgen heeft.
FIGUUR 1 PRIMAIRE (ORANJE) EN SECUNDAIRE WATERWEGEN (BLAUW) NEDERLAND
Figuur 2 toont de geaggregeerde overstromingsdiepte over de jaren 2024-2060 in een scenario met lage concentratie van broeikasgassen (RCP 2.6) en een scenario met hoge concentratie (RCP 8.5). Deze figuur gaat uit van bescherming tegen overstromingen die gemiddeld eens in de honderd jaar voorkomen, bij de huidige stand van het klimaat.
FIGUUR 2 OVERSTROMINGSDIEPTES 2024-2060 BIJ VERSCHILLENDE RCP WAARDEN
Deze kaarten laten zien dat het overstromingsrisico het grootst is in de laaggelegen gebieden tussen de Lek en de Waal. Daarnaast is het risico in Flevoland en Friesland materieel, en valt op dat het risico in Limburg beperkt is. Een rapport van Deltares dat de overstromingen in Limburg uit 2021 evalueert leert dat de hevige neerslag gedurende een langere periode die daaraan ten grondslag lag een herhaalperiode van ongeveer 1 in 500 jaar heeft.8 Aangezien deze analyse alleen kijkt naar de jaren 2024-2060 is het waarschijnlijk dat zo’n evenement niet voorkomt binnen deze periode. Tevens blijkt uit de figuren dat het overstromingsrisico toeneemt in scenario’s met hogere concentratie van broeikasgassen, oftewel een grotere opwarming van de aarde.
Impact op verzekeringsportefeuilles
De overstromingsdieptes uit Figuur 2 laten tevens zien dat het belangrijk is hoe een (verzekerings-)portefeuille verspreid is over het land. In Figuur 3 zijn portefeuilles ‘Zuidwest’ (hoog risico), ‘Noordoost’ (laag risico), ‘Limburg/NB’ en ‘Gespreid’ weergeven. De combinatie van Figuur 2 en Figuur 3 toont aan dat de mogelijke verliezen als gevolg van overstroming substantieel kunnen verschillen afhankelijk van de concentratie in bepaalde risicogebieden.
FIGUUR 3 MODELPORTEFEUILLES MET VERSCHILLENDE CONCENTRATIEGEBIEDEN
Onder de aanname dat de overstromingsschades gedekt worden door een opstalverzekering, kunnen we inzoomen op procentuele verliezen in de verschillende modelportefeuilles. De berekende totale verliezen uit de periode 2024-2060 rekenen we om naar een gemiddeld jaarlijks verlies, en zetten we vervolgens af tegen de totale herbouwwaarde in de portefeuille. Deze herbouwwaarde is vergelijkbaar voor alle modelportefeuilles. Figuur 4 toont de uitkomsten.
FIGUUR 4 VERLIES PER MODELPORTEFEUILLE PER RCP-SCENARIO PER EUR 1.000 VERZEKERD BEDRAG; BESCHERMING 1-IN-100
RCP-SCENARIO | MODELPORTEFEUILLE | |||
---|---|---|---|---|
Gespreid | Limburg/NB | Zuidwest | Noordoost | |
RCP 2.6 | 2,2 | 2,3 | 4,5 | 0,9 |
RCP 6.0 | 5,4 | 4,4 | 10,3 | 1,7 |
RCP 8.5 | 13,5 | 10,0 | 26,5 | 3,4 |
Uit de tabellen blijkt dat de verschillende RCP-scenario’s voor klimaatverandering een substantiële impact hebben op het totale overstromingsrisico. Voor de modelportefeuilles ‘Gespreid’ en ‘Zuidwest’ zijn de geobserveerde verliezen bijna zeven keer zo hoog voor het RCP 8.5 scenario als voor het RCP 2.6 scenario. Bij een gemiddelde premie van minder dan twee euro per duizend euro verzekerd bedrag zou de premie voor een opstalverzekering met een veelvoud kunnen stijgen.
Daarnaast bevestigen deze resultaten het contrast in risico’s tussen het zuidwesten en noordoosten. In het RCP 8.5 scenario is het risico in de portefeuille ‘Zuidwest’ ruim acht keer zo groot als in de portefeuille ‘Noordoost’.
Tevens valt op dat de portefeuille die geconcentreerd is in Limburg en Noord-Brabant, waar in 2021 de grootste overstromingen uit de recente Nederlandse historie hebben plaatsgevonden, een lager risico kent dan de gespreide portefeuille.
Overstromingsrisico in de praktijk
Gegeven dat het overstromingsrisico in Nederland is geconcentreerd in specifieke regio’s, is het overstromingsrisico tussen verschillend per specifieke portefeuille van een verzekeraar of bank. Verzekeraars met een portefeuille geconcentreerd in de risicogebieden zullen een hogere premie moeten hanteren voor dezelfde financiële stabiliteit dan verzekeraars die niet geconcentreerd zijn in de risicogebieden. Om dezelfde reden zouden banken mogelijk een hogere rente rekenen voor hypotheekleningen wanneer huizen gelegen zijn in een risicogebied, zeker wanneer overstromingsschade niet (volledig) verzekerd kan worden.
Tegelijkertijd is duidelijk dat het overstromingsrisico zoals geanalyseerd geen compleet beeld geeft van de watergerelateerde risico’s in Nederland. Risico’s als gevolg van plotselinge lokale en zeer zware regenval en overstromingen vanuit zee bieden aanknopingspunten voor verder onderzoek binnen verzekeringsportefeuilles. Verder bekijkt deze analyse enkel één scenario, over een relatief korte horizon. Om een completer beeld van het risico te krijgen moeten meerdere, waaronder ook minder waarschijnlijke scenario’s meegenomen worden.
Voor verzekeraars is inzicht in de verzekerde portefeuille in relatie tot overstromingsrisico en andere klimaatgerelateerde risico’s van cruciaal belang. Het gaat hierbij niet enkel om particuliere opstalverzekeringen, maar ook andere schadeverzekeringen en zelfs zorg-, arbeidsongeschiktheids- en levensverzekeringen kunnen aangesproken worden door de gevolgen van overstromingen. Met name voor kleine verzekeraars is geografische portefeuillespreiding van groot belang om toekomstbestendig te blijven.
Losstaand van inzicht in de verzekerde portefeuilles is het belangrijk om samen met klanten in te zetten op preventie, zoals ook benoemd in adviezen vanuit het Verbond van Verzekeraars.9 Dit kan bijvoorbeeld door samenwerking te zoeken met banken, (lokale) overheden en andere organisaties die direct of indirect blootgesteld zijn aan overstromingsrisico. Grootschalige preventie zal de verzekerbaarheid van overstromingsrisico positief beïnvloeden.
Conclusie
De analyse zoals beschreven in dit artikel geeft inzicht in de potentiële impact van klimaatverandering op overstromingsrisico in Nederland. Voor modelportefeuilles van particuliere opstalverzekeringen tonen wij dat het risico zeven keer zo groot kan zijn in het meest ongunstige doorgerekende scenario van klimaatverandering ten opzichte van het meest gunstige doorgerekende scenario. Tevens laten de resultaten zien dat de mate van spreiding van de verzekerde portefeuilles over Nederland een grote impact heeft op de hoogte van mogelijke verliezen.
Beide observaties onderstrepen het belang van de discussie over verzekerbaarheid van overstromingsrisico die momenteel wordt gevoerd in Nederland. Verzekeraars, overheden en andere belanghebbenden moeten in dit debat meewegen welke mate van solidariteit (individueel, per verzekeraar of landelijk) voor het dragen van dit risico meest wenselijk is. Enkel met duidelijke kaders aangaande de gewenste solidariteit én inzicht in het risico kunnen verzekeraars het hoofd boven water houden.
1 https://www.verzekeraars.nl/media/5105/adviesrapport-overstromingen-2018.pdf.
2 https://www.verzekeraars.nl/publicaties/actueel/update-overstromingen-primaire-keringen.
3 https://www.milliman.com/en/insight/flood-risk-modelling-in-europe.
4 Binnen dit project is een raamwerk ontwikkeld voor het inschatten van de effecten van klimaatverandering over sectoren heen. Zie https://www.isimip.org.
5 https://www.ipcc.ch/report/ar5/syr/.
6 https://doi.org/10.5281/zenodo.1241051.
7 https://www.milliman.com/en/insight/flood-risk-modelling-in-europe.
8 https://www.waterschaplimburg.nl/publish/pages/7013/juli_2021_overstroming_en_wateroverlast_in_zuid-limburg.pdf.
9 https://www.verzekeraars.nl/media/5105/adviesrapport-overstromingen-2018.pdf.
Explore more tags from this article
Over de Auteurs
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.