De rol van de actuarieel sleutelfunctiehouder (AFH) onder de Wtp
Onder het huidige pensioenstelsel (nFTK) speelt de actuarieel sleutelfunctiehouder (hierna: AFH) sinds 2019 een belangrijke rol in o.a. het waarborgen van de financiële gezondheid van pensioenfondsen. Huidige wettelijke taken van de AFH zijn onder andere het controleren van pensioenverplichtingen, de benodigde premies en het uitvoeren van risicoanalyses. De AFH is een cruciale speler geworden binnen het complexe systeem van een pensioenfonds. Door middel van het geven van relevante aanbevelingen, helpt de AFH pensioenfondsen in een vroegtijdig stadium bij het nemen van weloverwogen beslissingen en het beheren van risico’s.
Met de komst van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) verandert de invulling van de rol van de AFH en certificerend actuaris. Zo ontstaat bijvoorbeeld op de balans een post ‘voorziening voor risico deelnemer' in plaats van ‘voorziening voor risico van het pensioenfonds’ en verdwijnen zaken als het vereist eigen vermogen (S-jes formule) en de kostendekkende premie. In het nieuwe stelsel zal sprake zijn van een persoonlijk pensioenkapitaal waaruit vanaf pensioendatum jaarlijks een uitkering wordt onttrokken.
De rol van de AFH is groot gedurende de transitie (periode tot uiterlijk 1 januari 2028) naar het nieuwe pensioenstelsel. Het heeft toegevoegde waarde als de AFH vooraf al bij ieder relevant vraagstuk meekijkt en zijn aanbevelingen geeft. Dit voorkomt achteraf onaangename verrassingen bij de beoordeling van de certificerend actuaris. Daarnaast wordt van de AFH ook soms een opinie gevaagd bij de in te dienen documenten bij DNB.
Een voorbeeld van een groot vraagstuk betreft invaren. Bijvoorbeeld bij Defined Benefit regelingen is er momenteel sprake van een grote pensioenpot die verdeeld moet worden onder de deelnemers. Deze verdeling is erg complex en vergt verschillende scenario-analyses aan de hand van verschillende/bepaalde marktomstandigheden. Tevens zijn er ook twee verschillende methoden om de pensioenpot te verdelen. De AFH dient de argumenten te kunnen beoordelen waarom een pensioenfonds gebruik maakt van de standaardmethode, danwel de Value Based ALM (VBA) methode voor de verdeling van de pensioenpot. Vooraf dienen natuurlijk de uitgangspunten, methode en berekeningen getoetst te worden door de AFH (in overleg met de certificerend actuaris indien dat een ander persoon is). Achteraf geeft de certificerend actuaris ook zijn oordeel.
Voordat echter beslissingen over invaren of andere ingrijpende beslissingen gemaakt kunnen worden speelt er tijdens de transitie nog iets belangrijks, namelijk de kwaliteit van de betrokken data. De rol van de AFH m.b.t. datakwaliteit bij invaren is vastgelegd in de Good Practice van DNB. Daarnaast bestaat er (aangepaste) guidance vanuit het KAG. Tijdens de transitie is het van groot belang dat er vanuit gegaan kan worden dat alle informatie in deelnemersbestanden juist en volledig is. Deze taak ligt van origine bij de accountant, maar deze taak valt ook bij de AFH. De accountant verwacht beoordelingen van de sleutelfunctiehouders (COS 4400). De AFH dient minimaal inzicht te hebben in de documentatie, de uitgevoerde werkzaamheden door het pensioenfonds en conclusies rondom de datakwaliteit(beleid) zoals deze ook benoemd worden in het beleidskader van de Pensioenfederatie. Dit zodat deelnemers erop kunnen vertrouwen dat hun pensioen juist bepaald wordt, ook in het nieuwe Pensioenstelsel. De waarde van pensioen is op verschillende aannames gebaseerd, wanneer deze aannames onjuist zijn (dus ook de aanname dat de datakwaliteit op orde is) kan dit grote en blijvende gevolgen hebben. Op basis van onjuiste data invaren is in feite onomkeerbaar.
Naast onderwerpen als invaren en datakwaliteit zal de AFH onder meer ook betrokken moeten worden bij onderwerpen als evenwichtigheid, overbruggingsplan, beleid ten aanzien van vaststelling projectierendement, solidariteitsreserve, verwerken van rendementen en toepassing van verruimde toeslag mogelijkheden. Kortom er dienen zich (verschillende) nieuwe onderwerpen aan in aanloop naar de definitieve transitie waar de betrokkenheid van de AFH onmisbaar is.
Conclusie, in de transitieperiode (tot uiterlijk 1 januari 2028), waarin de meeste fondsen belangrijke besluiten moeten nemen om over te gaan naar het nieuwe stelsel, is de rol van de AFH enorm relevant. Met name het moment waarop de AFH wordt betrokken is belangrijk omdat zijn input de kwaliteit van de besluitvorming kan helpen verhogen. In deze transitieperiode worden namelijk onomkeerbare keuzes gemaakt, waarbij de onafhankelijke en deskundige rol van de AFH in het bijzonder waarde toevoegt. Na de implementatie kan de certificerend actuaris toetsen of het vastgestelde beleid daadwerkelijk juist wordt uitgevoerd.
Explore more tags from this article
Over de Auteurs
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.