Wetsvoorstel Wet toekomst Pensioenen
Het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen is 30 maart 2022 naar de Tweede Kamer gestuurd. Na een akkoord in juni 2019, tussen werkgeversorganisaties, vakbonden en de regering, een akkoord op de uitwerking op hoofdlijnen in juli 2020 en een internetconsultatie in december 2020 is er nu dan een wettekst die het parlement mag beoordelen. Daarbij is ook direct de lagere regelgeving bijgevoegd, ter consultatie.
I. Wat is het?
Voor de tweede pijler pensioenen gaat het om de grootste pensioenstelselhervorming sinds 1957:
- het doorsneepremiesysteem wordt afgeschaft
- er zal in alle gevallen sprake zijn van individuele potjes in de opbouwfase en een collectieve uitkeringsfase
- een gelijke inleg (als percentage) voor alle leeftijdscategorieën
- pensioen in de vorm van een toegezegde uitkering (een gelijk opbouwpercentage voor alle leeftijden) is niet meer toegestaan
- pensioenen zullen sneller worden verhoogd, maar ook eerder worden verlaagd.
Deze uitgangspunten zijn nog steeds leidend.
II. Wat zijn de nieuwe elementen in het wetsvoorstel?
Wij hebben een inventarisatie gemaakt van de zaken die na de internetconsultatie van december 2020 zijn aangepast in het wetsvoorstel zoals dat eind maart 2022 naar de tweede kamer is gestuurd. De belangrijkste aanpassingen zijn:
1. Solidariteitsreserve
Bij een keuze voor de flexibele regeling zal het ook voor ondernemingspensioenfondsen en vrijwillige bedrijfstakfondsen mogelijk worden om een solidariteitsreserve te hanteren. Voor deze fondsen wordt het verschil tussen de flexibele en de solidaire premieregeling kleiner.
Voor verplicht gestelde bedrijfstakfondsen wordt de solidariteitsreserve verplicht.
2. Premie-uitkeringsovereenkomst
Garanties zullen verdwijnen in het nieuwe stelsel. Voor verzekeraars blijft het echter mogelijk om een regeling aan te bieden waarin vanaf 15 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd, op verzoek van de deelnemer het opgebouwde kapitaal aangewend kan worden om gegarandeerde vaste levenslange pensioenuitkeringen vanaf de pensioendatum, in te kopen.
3. Risicopremies
Het principe wordt dat alle leeftijden dezelfde premie-inleg krijgen. Voor ondernemingspensioenfondsen, niet-verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen en verzekerde regelingen hoeven risicopremies niet leeftijdsonafhankelijk te zijn.
4. Premievrije voortzetting
Premievrije voortzetting voor arbeidsongeschikten is in het wetsvoorstel nader uitgewerkt. Ook voor de groep die nu premievrije voortzetting van de pensioenopbouw heeft.
5. Invaren
Voor flexibele premieregelingen geldt: gepensioneerden krijgen bij het invaren binnen een jaar de keuze tussen een gelijkblijvende of variabele uitkering.
Bij het invaren mag maximaal 5% van de persoonlijke pensioenvermogens worden afgezonderd – onder voorwaarden – om te gebruiken voor maatregelen voor een evenwichtige transitie.
Voor het invaren wordt het individueel bezwaarrecht zoals dat bij collectieve waardeoverdrachten geldt, buiten werking gesteld. Dat blijft zo in het wetsvoorstel. Wel wordt er aan individuen waarborgen gegeven in de vorm van hoorrecht en geschillenprocedures.
6. Informatieplicht compensatieregeling
Deelnemers moeten informatie krijgen over de geldende compensatieregeling, onder andere bij wisseling van baan.
7. Partnerpensioen
Het principe blijft dat het partnerpensioen gebaseerd wordt op risico (geen opbouw) en zal worden gestandaardiseerd. Het wetsvoorstel bevat verschillende aanpassingen voor wat betreft vastlegging van het partnerbegrip. En verder de uitloop bij uitdiensttreden (3 maanden) en vrijwillige voortzetting.
8. Echtscheiding
Bij het wetsvoorstel is een toelichting op de gevolgen van scheiding in samenhang met de Wet pensioenverdeling bij scheiding.
III. Hoe is de planning?
Bedoeling is ook nog steeds dat alle pensioenregelingen tussen 1 juli 2023 (eerder was de planning 1 januari 2023) en 2027 worden omgezet.
A. Werkgevers
Alle werkgevers zullen een transitieplan moeten opstellen waarin ze invulling moeten geven aan:
- de keuze voor de premieovereenkomst;
- hoe om te gaan met de bestaande pensioenaanspraken?
- wat zijn de effecten per leeftijdsgroep?
- welke afspraken worden er gemaakt over een adequate compensatie voor werknemers en hoe wordt deze compensatie gefinancierd?
En een goede doorrekening van de populatie is dan ook essentieel: de effecten van de overgang op de nieuwe regeling moeten immers per leeftijdsgroep inzichtelijk worden gemaakt.
B. Pensioenuitvoerders
Pensioenfondsen en verzekeraars zijn inmiddels drukdoende met de voorbereidingen. Zeker waar momenteel sprake is van een middelloonregeling is er sprake van een enorme omslag.
Explore more tags from this article
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.
Contact us
We’re here to help you break through complex challenges and achieve next-level success.