Lang was het alleen een vraag voor mensen die een aantal jaren in het buitenland hadden gewerkt. Zij missen per in het buitenland gewerkt jaar 2% van hun AOW. Zij kunnen dat aanvullen door een vrijwillige premie te betalen. Lang was ook het idee dat dit een absoluut dure optie was. Als je met dat geld op een verstandige manier zou beleggen of een aanvullende pensioenverzekering zou aanschaffen was je zeker beter af. Inmiddels is de pensioenverzekering duur geworden door de lage rente en zijn de kosten van dergelijke verzekeringen duidelijker geworden. Bovendien is de inflatie niet weg en wil of kan niet elke burger beleggingsrisico’s nemen.
Tijd om de vrijwillige AOW-premie nog eens onder de loep te nemen. Deze premie – het staat op de website van het SVB – is circa 5300 euro om één jaar AOW in te kopen (na aftrek van de heffingskorting). Voor iemand met een laag inkomen is de premie lager, daar gaan we in dit stuk even aan voorbij. Eén jaar AOW inkopen, dat betekent 1/50e van de volledige AOW-uitkering. Dat is een levenslange uitkering van circa 200 euro per jaar. Sinds de AOW-ingangsleeftijd afhankelijk is geworden van de levensverwachting weten we ook dat we ervan uit mogen gaan dat we die uitkering, gemiddeld – of ‘naar verwachting’ – 18 jaar en 3 maanden gaan ontvangen. Mochten we in de toekomst gemiddeld langer leven gaat de AOW later in.
Dat lijkt dus niet zo interessant. Je betaalt op voorhand 5300 euro en je mag hopen dat je zo lang leeft dat aan jou (18,25 x 200 =) 3650 euro wordt uitgekeerd. Voor alleenstaanden wordt het interessanter. Die krijgen immers de alleenstaandentoeslag op de AOW. Als je 18,25 jaar lang de alleenstaandentoeslag erbij zou tellen kom je (toevallig) uit op die 5300; dan krijg je dus zo ongeveer terug wat je hebt ingelegd. Een kanttekening is nog dat de uitkering belast is en de inleg niet altijd vrijgesteld van belastingen.
Belangrijker wellicht is om het effect van inflatie mee te nemen. Hoezeer er ook over besparingen op de AOW is gesproken, tot op heden is het principe overeind gebleven dat de AOW elk jaar wordt aangepast aan de inflatie. Laten we die inflatie niet onderschatten. De uitkering van 200 euro die iemand van 40 jaar nu inkoopt zal over 27 jaar door inflatiecorrecties naar verwachting zijn toegenomen tot circa 300 euro (ook is inflatie bijzonder onzeker: waarschijnlijk komt het uit tussen de 225 en 400 euro, zie ook het rekenvoorbeeld hier: De-Koopkracht-van-uw-pensioen). Ook na ingang blijft de jaarlijkse inflatiecorrectie doorgaan.
Al met al geen goedkope oplossing. Maar het is wel goed uit te leggen: je bent beschermd tegen het risico dat je langer leeft dan de gemiddelde Nederlander en je bent beschermd tegen inflatie. Ik kan me best voorstellen dat er mensen zijn die hiervoor kiezen. En waarom zou je de mensen deze optie niet ook bieden als mogelijkheid om hun AOW te verhogen, naast die van de pensioenverzekering, de belegging(sverzekering), eventueel de aanvullende regeling van het pensioenfonds, (bank)sparen, etc. Uiteindelijk kan iedereen dan kiezen wat het beste bij hem of haar past.